Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

Gepubliceerd op 17-08-2018

zwager

betekenis & definitie

Man die samen met andere mannen seksuele gemeenschap heeft met dezelfde vrouw. In

plat taalgebruik vroeger een ‘buikzwager’ en sedert de jaren zestig van de twintigste eeuw ook ‘kutzwager’ genoemd. Oude zeventiende- en achttiende-eeuwse kluchten leveren tal van voorbeelden.

Je bent een Hoeren-Jaeger; Je hebt soo meen’gen zwaeger Als hayren op je hooft, Om een nacht by te slaepen, Hebje de eer ontrooft Aen, ’t geenje selfs had geschaepen.

V. Overbeke: Rym-wercken (met de Reys-beschryvingb naar Oost-Indiën, in 1668). 4de druk, 1685, geciteerd in WNT