Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

Gepubliceerd op 17-08-2018

roosje

betekenis & definitie

Maagdelijkheid; vaak ook voor vrouwelijk schaamdeel (al dan niet met de toevoeging: zonder doornen). Vruchten- en bloemennamen zijn blijkbaar populaire metaforen voor de vagina. ‘Het roosje plukken’ betekent ontmaagden. Deze uitdrukking vinden we al terug in het ‘Antwerpener Liederbuch vom Jahre 1544’. In het lesbisch spraakgebruik is ‘roosje’ echter ook een benaming voor de anus. Kunst & Schutte citeren Emily Sisley & Bertha Harris (‘Homosexualiteit bij vrouwen’. 1981).

Wanneer je met Van Straten meeleest van middeleeuwen naar negentiende eeuw, dan constateer je een geleidelijk verdergaande verzoetelijking, die zijn dieptepunt bereikt in het rococo van herderinnetjes die bij het baden de kleertjes wat losser maken, bespied worden door een bronstig geworden flierefluiter, en tenslotte onder aanminnig gekir en gekweel hun roosje laten plukken.

HP/De Tijd, 31-07-92