Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

Gepubliceerd op 17-08-2018

randgroepjongeren

betekenis & definitie

Probleempubers, jongeren die zich moeilijk kunnen aanpassen in de maatschappij, die vroegtijdig de school verlaten en zich te buiten gaan aan crimineel gedrag, vandalisme enzovoort. Jargon van agogen. Zij zien deze jongeren als zielepieten, die hulp nodig hebben.

Uit de benaming, die eind jaren zeventig ontstond, blijkt nergens dat we hier met een agressieve groep jongelui te maken hebben (die vaak problemen hebben met drank of drugs). In die zin is de term verhullend. Een synoniem is probleemjongeren*'.

Aanleiding zijn de weerstanden die ontstaan telkens wanneer een opvang- of hulpvoorziening voor kwetsbare groepen aan de orde is. Als de gemeente niet goed omspringt met die weerstanden, is de vestiging van een pension voor daklozen, een instelling voor randgroepjongeren of, in dit geval, een tippelzone, een tijdrovende en energieverslindende aangelegenheid.

De Groene Amsterdammer, 27-09-93

Sinds BNN door staatssecretaris Nuis werd binnengehaald op de belofte iets te gaan doen voor intellectueel misdeelde randgroepjongeren, bestaat er geen reden meer om straks ook een organisatie als De Nieuwe Omroep, voorzien van zoveel nobele idealen, nog een strobreed in de weg te leggen.

Trouw, 10-01-2000