Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

Gepubliceerd op 17-08-2018

plee

betekenis & definitie

Oorspronkelijk (eind negentiende eeuw) was plee een keurig en neutraal woord dat je zonder schroom in gezelschap kon gebruiken, naast het synoniem ‘pleti’ (o.a. gebruikt door Jacobus van Looy in ‘Jaapje’ en overigens geen lang leven beschoren). Er kwamen zelfs samenstellingen voor zoals pleepapier, pleeboy (een woordspeling) en pletiruimer. Pas in 1942 wordt ‘plee’ in het Koenen-woordenboek als gemeenzaam en ietwat verouderd beschouwd. In een volgende uitgave van Koenen (1952) klinkt het label negatiever want van dan af wordt plee beschouwd als plat. Tegenwoordig wordt het woord nog enkel in selecte kring (gezin, vrienden enzovoort) gebruikt maar het is al lang geen eufemisme meer.

Plee heeft dus duidelijk een statusverlaging ondergaan. De herkomst is onduidelijk. Men dacht aanvankelijk aan een samentrekking van ‘plaït-il’, waarmee in het Frans op beleefde wijze naar het toilet gevraagd wordt. Fransen gebruiken deze woorden echter niet, zodat dan maar gedacht werd aan een verbastering van ‘petit cabinet’. Aan petit zou dan een l zijn toegevoegd. Maar of deze verklaring de juiste is? Het ‘Etymologisch Woordenboek’ van Vercouillie vindt alvast het Engelse ‘place’ waarschijnlijker dan de Franse formule ‘vous plaît-il de m’indiquer le cabinet’.

De laatste jaren kent plee een heropleving, zij het vooral in schertsend taalgebruik.

De moeder stond op en haar stoel schoof knerssteunend naar achteren, de moeder ging langzaam naar de plee, de vader nam de krant weer en stak een sigaar op.

Lodewijk van Deyssel: De kleine republiek. 1888

...ze zat op de plee te schreeuwen en ze dee niet open...

Jacob Israël de Haan: Pijpelijntjes. 1904

< >