Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

Gepubliceerd op 17-08-2018

ongenode gast

betekenis & definitie

inbreker; dief.

De uitdrukking zegt enkel dat de gast niet gewenst is. Vroeger sloeg ze op iemand die onuitgenodigd aan de feestdis verscheen. Tegenwoordig zijn de bedoelingen nog minder eerbaar. Wat zijn of haar motieven zijn (stiekem binnendringen, stelen) wordt hier verhuld.

Een 20-jarige prostituee die vrijdagochtend om 11.00 uur aan het werk wilde achter het raam aan de Nieuwstad is in het pand mishandeld door een nog onbekende man. De dame van lichte zeden vond in het door haar te gebruiken pand een man op bed te slapen. De vrouw wekte de man en zei dat hij eruit moest. De ongenode gast antwoordde dat hij eerst van haar diensten gebruik wilde maken. Politieberichten stad Groningen, 26-02-99, webpagina