Troetelnaampje voor de allochtoon*, een term die door velen als incorrect wordt beschouwd (een allochtoon is iemand die in het buitenland is geboren maar voor de tweede en derde generatie migranten gaat die omschrijving niet op). Er werden al meerdere pogingen gedaan om een woord te bedenken waarmee de migrant niet van uit de hoogte of discriminerend omschreven wordt. Zie bijvoorbeeld gastarbeider*; buitenlander*; nieuwkomer; rijksgenoot*. We willen de allochtonen immers op gelijke voet behandelen als de autochtonen. Welk woord kan dit dan beter tot uiting brengen dan ‘medelander’ want daarmee suggereer je toch dat het evenzeer om landgenoten gaat? Het woord werd in de jaren tachtig van de twintigste eeuw plots populair.
In de modieuze hedendaagse discussies over ‘minderheden’ en al of niet vermeend ‘racisme’ sluipt nogal eens het merkwaardige vooroordeel binnen dat joden in Nederland zouden passen in het rijtje: Turken, Marokkanen, Algerijnen, ‘medelanders’ dus en eigenlijk geen Nederlanders.
Elsevier, 21 -05-94
Tijdens het Nederlands kampioenschap cross waren de podia zelfs twee jaar achter elkaar (1995 en
1996) helemaal ‘zwart’ gekleurd. De afvaardiging naar de internationale toernooien zou in de komende jaren niet meer uit Nederlanders, maar uit ‘medelanders’ bestaan.
Het Parool, 21-09-98
Deze wat oudere term moet het wij-zij-denken omzeilen. Het woord klinkt ook veel vriendelijker dan vreemdeling of etnische* minderheden (wanneer een grote bevolkingsgroep wordt aangeduid). Inburgeraars vinden dat nieuwkomers zo snel mogelijk moeten gaan werken. Dat is goed voor de Medelanders, helpt hen te integreren en verkleint het multiculturele drama.
de Volkskrant Magazine, 22-04-2000
