Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

Gepubliceerd op 17-08-2018

kabinet

betekenis & definitie

Verbloemende benaming voor het toilet, hetgeen vroeger ook het ‘geheim gemak*’ werd genoemd. Vgl. Frans ‘cabinet (d’aisances)’. Het WNT citeert o.a. I. Teirlinck (‘Zuid-Oostvlaandersch Idioticon’. 4 dln. Gent, 19081924): ‘op ’t kabbenet gaan.’ In Vlaanderen wordt het woord in deze zin nog steeds gebruikt, zij het vooral door de oudere generatie.

In de zeventiende eeuw was kabinet nog een benaming voor een der kleinere pronkvertrekken in de woningen van rijken.

Het nieuwe appartement, op de derde verdieping, had drie tamelijk groote kamers, een cabinet en een keukentje.

Vincent van Gogb: Brieven aan zijn broeder. 1914

Een aardig voorbeeld hoe snel dergelijke eufemismen voor nieuwe moeten plaats maken, leveren de vele woorden voor ‘een zekere plaats’: geheim gemak, heimelijkheid, pleti, afgekort tot plé of pl, bestekamer, afgekort tot beste, sekreet, privaat, huisje of kantoortje, retirade, numero honderd, cour, toilette, cabinet, watercloset, abort, wc

De Vooys in De Nieuwe Taalgids. 1920

< >