heimelijkheid
1) (17e eeuw) (euf., vero.) heimelijk gemak; toilet. Reeds in het werk van P.C. Hooft. • Die den buykloop hebben, zullen meenigmaal na de heymelijkheid (of met oorlof, den 3 kakstoel) moeten gaan... (François Rabelais: Alle de geestige werken. 1682) • In de middeleeuwen noemde men het geheim gemak heimelicheit, heimelcamere, heime...