Werklozen; mensen die moeten rondkomen van een sociale uitkering. Zij staan tegenover de zogenaamde actieven: zij die werken en dus niet van een uitkering leven. Een synoniem is arbeidsreserve*. Zie ook anders-actieve*; niet-actieve* en minima*. Als eufemisme heeft ‘inactieve’ ondertussen zijn beste tijd gehad.
In september 1994 protesteerde Paul Rosenmöller van GroenLinks toen premier Kok mensen die een uitkering krijgen ‘inactieven’ noemde. Volgens hem was het hebben van een uitkering niet synoniem voor inactief zijn. Met andere woorden, het woord zou een vooroordeel bevestigen. Sindsdien werd onderling afgesproken dat de aanduiding ‘inactieven’ door de Nederlandse ambtenaren wordt vermeden.
Ondertussen buitelen de ideeën waar die honderdduizenden ongeschoolde ‘inactieven’ dan wél aan het werk gezet kunnen worden over elkaar heen in de hotels en restaurants, de winkels, de schoonmaak, het onderhoud, de bewaking, en vooral in de ‘persoonlijke dienstverlening’.
Vrij Nederland, 18-02-95
Er is geen economisch debat, er lijken slechts economische waarheden te bestaan. Over loonkosten, de verhouding actieven en inactieven, het banentekort aan de onderkant en nog zo’n vijfendertig andere. De verzorgingsstaat is echter niet gestikt in zijn eerste leugen.
De Groene Amsterdammer, 22-02-95
Van de huidige 1,6 miljoen inactieven in Nederland zou nog slechts een klein deel geschikt zijn om écht aan de slag te gaan. MKB-voorzitter De Boer liet onlangs weten, dat de rest afgeschreven moet worden.
Trouw, 17-09-99
Files zijn er in vele vormen. In de gezondheidszorg heten ze wachtlijsten, in de verwerking van asielzoekers uitpuilende opvangcentra, in de sociale zekerheid staan ze bekend als de kaartenbak met inactieven.
NRC Handelsblad, 02-12-99
