Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

Gepubliceerd op 17-08-2018

cliënt

betekenis & definitie

Patiënt in een verzorgingsinstelling. Ontvangers van welzijnszorg ondergaan tegenwoordig een metamorfose van patiënten (personen die medische of andere hulp nodig hebben) tot ‘cliënten’ van sociale werkers. De term werkt als het ware prestigeverhogend en suggereert dat de patiënt van een betere inkomensklasse is. Een patiënt wordt bovendien te veel geassocieerd met hospitalen en gezondheid, hetgeen niet erg vrolijk is. Een cliënt daarentegen maakt gebruik van iemands professionele diensten en is dus niet iemand die een product van diezelfde persoon aanschaft.

Dat zou hem tot ‘klant’ maken en die term klinkt dan weer te ordinair. Het is dus allemaal een kwestie van marketing. Merkwaardig genoeg heeft het woord zijn oorsprong in een oude vorm van afpersing. De oude Romeinen gebruikten het oorspronkelijke ‘cliens’ om een plebejer mee aan te duiden die de beschermeling was van een aanzienlijke persoon of ‘patronus’. Deze laatste trad op als een soort zaakwaarnemer voor hem. In ruil voor zijn bescherming en de belofte van een vreedzaam leven moest hij hem echter zwaar betalen. Vgl. klant*.

Personeelsleden die de dagelijkse verzorging deden, gingen opeens persoonlijk begeleider heten en mochten zich alleen nog maar met beleidsvraagstukken bezighouden. Daaronder kwamen de

woonassistenten. Patiënten heetten voortaan cliënten.

Vrij Nederland, 06-12-99

Zwakzinnigen werden na Dennendal niet langer beschouwd als patiënten, maar als cliënten. Ze keerden terug vanuit de bossen naar de maatschappij, waar ze net als iedereen een woning konden betrekken. Punniken in de dagverblijven doen alleen nog diegenen die echt niet anders kunnen. De anderen gaan werken buiten de deur, eerst vrijwillig, en nu dan ook betaald.

De Groene Amsterdammer, 08-12-99

‘Met een kiel aan en een gek hoedje op is het ook veel gemakkelijker om in een menigte op te gaan. Dat lijkt me voor verstandelijk gehandicapten een heerlijkheid.’ De Graaf spreekt overigens liever over ‘mensen met een verstandelijke belemmering’. Zorginstellingen, ook balancerend op de grens tussen helderheid en politieke correctheid, hebben het over ‘cliënten’. De betrokkenen zelf maken zich minder druk over de terminologie. ‘Noem me maar gewoon Inge, verder maakt het niet uit,’ zegt zo’n ‘cliënt’ die gisteren in Tilburg meehoste.

NRC Handelsblad, 06-03-2000

De psychologe wil het graag concreet houden.

Dat kan. Een cliënt die wil knuffelen, maar poep aan z’n vingers heeft.

HP/De Tijd, 14-07-2000