Sterfhuis. Eigenlijk: een semihuiselijke situatie waarbij men met behulp van familieleden en vrijwilligers tot aan het sterven verzorgd kan worden. In het aprilnummer van 1987 van ‘Onze Taal’ (blz. 51) werd het woord door lezers nog op de korrel genomen. In 19 89 maakten Koot en Bie tijdens ‘Keek op de Week’ een persiflage op het verschijnsel.
Het bijna-thuis-huis als achtervang voor terminale thuisverpleging.
Haagse Post, 30-09-89
De Rotary afdeling Nieuwerkerk-Zevenhuizen heeft tot nu toe 84 000 gulden opgehaald voor het IJsselhuis, een bijna-thuis-huis voor terminale patiënten. Het tehuis is bedoeld om deze patiënten de laatste levenfase onder zo huiselijk mogelijke omstandigheden te laten doorbrengen en richt zich op Nieuwerkerk, Zevenhuizen, Moordrecht en de regio Midden-Holland. Het bedrag van 84 000 gulden is bijeengebracht uit sponsorbijdrages van 23 ondernemers uit de regio.
Lokaal nieuws week 29,1999, nieuwerkerk.net, webpagina
In een bijna thuis-huis worden mensen verzorgd van wie vaststaat dat zij binnen korte tijd zullen overlijden, maar die niet thuis kunnen sterven. De patiënten worden verzorgd door familie en vrijwilligers. Er wordt palliatieve zorg geboden; hieronder verstaat men: pijnbestrijding, stervensbegeleiding, verlichting van symptomen en ‘warme’ zorg. Men betaalt een eigen bijdrage naar draagkracht. Er zijn hospicehuizen in Haarlem, Rozendaal, Vleuten, Amsterdam, Den Haag, Nijkerk en Hansweert waar terminale patiënten uit heel Nederland terecht kunnen.
Netwerk Palliatieve Zorg Nederland, webpagina, ongedateerd
