Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

Gepubliceerd op 17-03-2020

deur

betekenis & definitie

deur - vrouwelijk geslachtsdeel (vgl. poort). Wie de tempel in wil dringen, Waar hij tast en wroet en boort, moet twee deuren openwringen, Eros’ L. 74 [18e e.].

Hierbij: voor de deur kloppen; het deurtje openstoten, copuleren, neuken. Want je bent al meer goet aerdich, En versien van goet humeur, Om een Me deken (= meisje. H.) eens vaerdich, Braef te kloppen voor haer deur:, St. Nicolaes Milde Gaven, B 2v° [1640].

Hielden de meisjens haar slotje zo gesloten, Men zou haar deurtje zo ligt niet open stooten. Koddige Opschriften 3, 37 [1698-1700].