Ensie 1950

Redactie Gerrit Krediet, Jan Baert, Jac. Bot, Salomon Kleerekoper (1950)

Gepubliceerd op 04-07-2019

Eenden

betekenis & definitie

Men neemt algemeen aan, dat alle tamme eendenrassen, behalve de muskuseend, afstammen van de Wilde eend die over het gehele noordelijke halfrond verspreid voorkomt. De eenden worden reeds sedert eeuwen tam gehouden.

De eendenhouderij is b.v. in China reeds zeer oud.Van oudsher wordt in ons land de gewone hoereneend, een directe afstammeling van de wilde eend, gehouden. Tot de hoereneend rekent men ook de krombekeenden en de Noordhollandse witborstof spreeuwkopeenden. Het Hollandse kwakereendje of kwakertje, het kleinste van alle tamme eendenrassen, wordt uitsluitend als siereend gefokt.

De hoereneenden zijn als bedrijfseenden in ons land eerst verdrongen door de Indische loopeenden, die op hun beurt het veld hebben moeten ruimen voor de Khaki Campbelleenden; deze worden uitsluitend voor de eierenproductie gehouden. Voor de vleesproductie zijn vooral van belang de Pekingeend, de Aylesbury-eend en de Rouaaneend.

De huisvesting van de eenden kan, daar zij over het algemeen meer gehard zijn dan kippen, zeer eenvoudig zijn. In N. Holland bouwt men de eendenhokken meestal van hout; op de Veluwe daarentegen van steen.

Eendeneieren kunnen zowel onder de eend als in de broedmachine worden uitgebroed. Na 28 dagen komen de eieren uit; direct na het uitkomen worden de kuikens gepurpt of gepropt, d.w.z. het geslacht ervan wordt bepaald. Het opfokken van eendenkuikens is niet moeilijk, indien voor voldoende warmte en een droge bodem wordt gezorgd.

Eenden hebben een eiwitrijke voeding nodig. Veel gebruikte eiwitrijke voedermiddelen voor eenden zijn vismeel, gedroogde garnalen en verse vis (visafyallen, puf en nest). Als graanvoer krijgen eenden in hoofdzaak maïs.

< >