Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

Gepubliceerd op 07-04-2022

pause

betekenis & definitie

I. rust, stilte, pausering, stilstand; gedachtestreep; orgelpunt; pauze; give pause to, doen aarzelen, nadenkend stemmen; make a pause, even pauseren;

II. pauseren, even rusten, ophouden; nadenken, zich bedenken; pause over the details, stilstaan bij de bijzonderheden; pause (up)on, lang aanhouden of stilstaan bij.

< >