I. rust, stilte, pausering, stilstand; gedachtestreep; orgelpunt; pauze; give pause to, doen aarzelen, nadenkend stemmen; make a pause, even pauseren;
II. pauseren, even rusten, ophouden; nadenken, zich bedenken; pause over the details, stilstaan bij de bijzonderheden; pause (up)on, lang aanhouden of stilstaan bij.