Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

Gepubliceerd op 24-11-2020

SCHELPENVISSERIJ

betekenis & definitie

Wordt in Zeeland uitgeoefend langs het strand van Walcheren tussen Westkapelle en Vrouwenpolder. Dit gedeelte van het strand is door het Waterschap Walcheren verpacht (voor ƒ 2,50 per jaar) aan drie personen, die elk hun eigen rayon hebben.

Het is een bijverdienste voor mensen, wier hoofdbezigheid in een andere bedrijfstak ligt en wordt voornamelijk in het winterhalfjaar beoefend. De schelpen zijn recent, subfossiel en fossiel; zij spoelen vooral na oostenwind in belangrijke hoeveelheden aan. De winning geschiedt aan de vloedlijn op het droge gedeelte van het strand. Het is dus feitelijk meer verzamelen dan vissen.De schelpen worden eerst met een houten schelphouweel bij elkaar gekrabd en daarna opgeschept. Vroeger deed men de schelpen in manden .welke telkens per twee stuks aan een juk door vrouwen langs het schelpeslag (schuin opgaand wegje) het duin op werden gedragen en in een aldaar gelegen stortplaats, de schelp’oop, leeggestort. Later geschiedde het transport met paard en wagen voorzien van brede banden, tegenwoordig per vrachtauto. De manden doen daarbij geen dienst meer; men schept de schelpen direct in het voertuig. Deze wagenvrachten worden ook op het schelpendepot gestort, waar de kopers de gewenste hoeveelheden kunnen komen afhalen (prijs vóór de oorlog ƒ 1,50 a ƒ 1,75 per m3, in 1980 ƒ 15,—per m3). In goede jaren zette elke schelpenvisser zo’n 300 m3 per jaar om.

De schelpen worden hoofdzakelijk gebruikt voor het verharden van tuin- en bospaden, boerderij-erven en paden op kerkhoven. Het fijne, gebroken schelpgruis komt in de handel als kippegrit.

< >