Polder gelegen in de gemeente → Hulst (tot de herindeling in 1970 in de voormalige gemeenten → Clinge en → Hulst), grenzend aan België; was een zelfstandige polder die thans is opgenomen in het in 1965 opgerichte → Waterschap Hulster Ambacht; oppervlakte ca. 1100 ha, hoogteligging van ca. 0,2 m - N.A.P. (noorden) tot 4,0 m + N.A.P. (zuiden). De afwatering geschiedt sinds 1972 via gemaal Paal (→ Kleine Molenpolder).
In de polder liggen een zuidelijk deel van Hulst, → St.-Jansteen (gedeeltelijk), → Kapellebrug (gedeeltelijk), Clinge en Zeegat. Ten oosten van Hulst loopt de Berriekreek met ten noorden daarvan de Moerschans; in de zuidoosthoek van de polder liggen de Krieke Putten. In het zuiden ligt bosgebied. Vóór de inundaties in 1584/85 bestond het gebied uit hooggelegen dekzandgronden met bossen (zuiden) en lager gelegen dekzandruggen, waartussen zich veenafzettingen gevormd hadden. Aan de noordzijde van het gebied was de Riet vliet gelegen, alsmede de Moervaart van → Hulsterloo naar Hulst. Zowel Rietvliet als Moervaart worden in latere polderbenamingen vermeld.
In het gebied was Den Kleinen Moer gelegen. Aan de westzijde lag de Gentsche Vaart.Bij de stormvloeden van 1530 en 1532 voorkwam de dijk van de Moervaart dat het lager gelegen deel van het gebied inundeerde. Bij militaire inundaties in 1584/85 geschiedde dit wel. Alhoewel herdijking plaats vond, werd het gebied bij het beleg van Hulst (1596) weer geïnundeerd. De uiteindelijke herdijking geschiedde in 1616.
De naam van de polder, Clinge, is afkomstig van klink of klinge, wat ‘binnenduin’ betekent (het hooggelegen → dekzandgebied in het zuiden van de polder). Deze naam komen we al tegen in een moerrekening van de graaf van Vlaanderen uit 1374/75: ‘De moere van Hulst die men heet te clinge’. Militaire inundatie van de Clingepolder vond weer plaats in 1672/73 tijdens de oorlog met Frankrijk (1672/78); in 1674 volgde weer dijkdoorbraak.
In 1683, na de stormvloed van 1682, werd de polder vermeerderd met ca. 135 ha, toen de Trageldijk (Steensche dijk) tussen Hulst en een punt ten westen van St.-Jansteen werd aangelegd. De vroegere westgrens van de polder was de Oude Gentsche Vaart. Het nieuwe polderdeel behoorde voordien bij de → Absdalepolder; het is bekend als ‘Oversprong van de Absdalepolder’. De Clingepolder inundeerde nog in 1702, 1715, 1745 en in de zomer van 1944 (noordelijk deel; militaire inundatie tijdens de Duitse bezetting tot september 1944).
In de Clingepolder bevinden zich in de bodem funderingsresten van het voormalig kasteel van Maelstede. Het kasteel is vermoedelijk rond het jaar 1000 gesticht op last van de graaf van Vlaanderen; verwoest in 1326; waarschijnlijk gedeeltelijk herbouwd, maar in de 16e eeuw geheel verdwenen.
LITERATUUR
Wüderom, Tussen afsluitdammen IV. K.J.J. Brand, Oost Zeeuws- Vlaamse polderland.