(Woerden 1898-1946 bij vliegtuigongeluk, begraven te Oudevvater). pseudoniem van Salomon (Sally) Hamburger: auteur, journalisten koopman. Herman de Man was van Joodse afkomst en werd in 1927 rooms-katholiek.
Hij groeide op in Bunschot en Oudewater: weigerde militaire dienst en werd daarom gevangen gezet; was daarna in Brussel werkzaam als journalist o.m. bij Het Laatste Nieuws. In 1929 kwam hij met zijn gezin in Berlicum wonen, in 1959 vertrok hij naar zijn sehrijfplaats bij Augiers-Verose in de Franse Alpen. Zijn vrouw en enkele van zijn kinderen bleven in Berlicum wonen: zij werden in 1942 door een NSB-er verraden, uit hun huis weggevoerd; twee kinderen konden aan de vervolging ontkomen, omdat zij op dat moment niet thuis waren. De overigen werden door de nazi's vermoord. De Man zelf trok na Frankrijk naar Engeland, werkte voor Radio Oranje, en vervolgens in Curaçao. Na de oorlog keerde De Man terug en ging in Eindhoven wonen, maar wilde niet meer schrijven.
Hij was hevig verontwaardigd, zoals hij in brieven schreef, over het feit, dat de burgemeester van Berlicum uren tevoren op de hoogte moest zijn geweest van de razzia, uitgevoerd door Nederlandse politiemannen zonder dat er een Duitser bij was. Na de oorlog bleven dezen in functie.In 1946 kwam Herman de Man om het leven toen het vliegtuig, waarmee hij terugkeerde van een zakenreis naar Londen, neerstortte. Publikaties van hem zijn o.m.: Rijshout en rozen (1924), Het Wassende water (1927). Maria en haar timmerman (1932). Hij schreef ook: Over joden en hunne vervolgers. Het Wassende water werd in 1986 een televisieserie.
