(Asten 1875-Veghel 1929), studeerde bij de Redemptoristen in Roermond en vervolgens aan het gymnasium te Heeswijk bij de Norbertijnen, nam in 1898 het kloosterhabijt aan onder de naam Franciscus Assisiensis; werd redacteur van Het Offer, 1898; priester gewijd in 1899. Knaapen doceerde wijsbegeerte en kerkgeschiedenis in de abdij, spoedig ook literatuur en geschiedenis aan het gymnasium, later ook kanselwelsprekendheid, liturgie en dogmatiek.
Hij was redacteur, criticus van o.a. Geschiedkundige Bladen van Moller, evenals van Lectuur, Boekenschouw voor wetenschap en kunst; was actief in de katholieke kunstkring De Violier; organiseerde voor een groot deel het Eerste Nederlandsche Maria-Congres in 1911 te Averbode. Hij vertaalde toneelwerk van Calderon e.a. Knaapen werd in 1921 pastoor in Berlicum. Publiceerde in 1929 een boek over de St. Janskerk te ’s-Hertogenbosch. Hij werd in Berlicum begraven.