Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

ALMKERK

betekenis & definitie

dorp in Noord-Brabant, Land van Heusden en Altena: tot 1 jan. 1973 zelfstandige gemeente met de kerkdorpen Almkerk, Nieuwendijk, Uitwijk en Waardhuizen, ten zuiden van Woudrichem aan de Alm gelegen. In 1973 opgegaan in de gemeenten Woudrichem, Werkendam en Dussen.

Geschiedenis: De kerk van Almkerk werd gesticht in 988 door Switbert. Het dorp werd door de St.Elisabethsvloed in 1421 zwaar geteisterd; voor die tijd was er een klooster van reguliere kanunniken, gesticht door Reinout Minneboden. Toen Almkerk met Uitwijk één gemeente vormde bedroeg de oppervlakte 1642 ha. De bevolking is overwegend hervormd en gereformeerd.

De toren van de kerk in Almkerk werd in april 1945 door de Duitsers opgeblazen, waardoor ook de kerk zelf zeer zwaar beschadigd werd. Middelen van bestaan: landbouw, veeteelt, tuinbouw; enige industrie; rijs- en griendwerk; vroeger zalmvisserij (waaraan het vroegere gemeentewapen herinnerde).

Monumenten: archeologisch: heuvelburcht, Chateau a motte, gevonden bij Almkerk, belangrijkste van een serie van drie in het Land van Heusden en Altena. Nog berg over naast Altena’s Hoeve. In Almkerk werden verder 19 oude woongronden uit de Romeinse en Karolingische tijd aangetroffen.

Boerderijen langs de dijk naar Dussen, uit de 18e en 19e eeuw;

Molens: De Zandwijkse molen, wipwatermolen, 1699, gerest. 1963; De Uitwijkse molen, omstr. 1700; wipmolen, poldermolen; De Oude Doorn, achtkante watermolen, begin 18e eeuw.