Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

DUSSEN

betekenis & definitie

gemeente in het noorden van Noord-Brabant, in het Land van Altena, bestaande uit Dussen en Hank.

Naam: Dussen is genoemd naar een later binnengedijkte rivier in het Land van Altena, oudtijds Dussan, Dusna genoemd. Dussen komt van het hoogduitse dösön, wat ruisen, stromen betekent.

Inwoners: In 1815 telde Dussen 1960 inwoners, een aantal dat in 1840 was opgelopen tot 1964. De gemeente heeft thans 5.889 inwoners en beslaat een oppervlakte van 3968 ha. (1983) Wapen: (1817) coupé van sabel en goud, beladen met een geëchequeteerd St.Andrieskruis van keel en zilver brocherende over het geheel.

Geschiedenis: Het dorp Dussen moet vóór de Sint Elisabethsvloed van 1421 reeds een groot aanzien hebben gehad. Het was gelegen in de Grote Waard van Zuid-Holland en bezat een parochiekerk en een kloosterkerk. Daarom werd Dussen vanouds ingedeeld in Dussen-Muilkerk (met parochiekerk) en Dussen-Munsterkerk (met de kloosterkerk). Dit laatste grondgebied bestond uit de polders den Schiethoek, den Peereboom, den Nathalspolder, Nieuwe-Boerenverdriet, Buitendijk en een deel van de Nieuwe Dussense Polder. In Dussen-Muilkerk stond de parochiekerk en het slot of het huis van der Dussen. Hertog Hendrik van Brabant gaf in 1200 aan Dirk VII, graaf van Holland, te leen: Dordrecht, Dussen, het land tussen de rivier de Striene, Waalwijk enz.

Reeds voor 1200 was er sprake van de heer van Dussen. Zo is o.m. ridder Jacob van der Dussen getuige in 1156 bij een overeenkomst tussen graaf Dirk VI van Holland en de Abt van Echternach.

In 1288 streed de heer Jan van der Dussen, ridder, aan de kant van hertog Jan I van Brabant in de slag bij Woeringen. Deze van der Dussen was gehuwd met Elisabeth van Polanen (van Breda). In 1387 maakte Arent van der Dussen van het huis een echt kasteel of „huis van oorlog”. Hij maakte de slag van Bastweiler mee en vocht aan de kant van hertog Albrecht van Beieren in 1936 tegen de Oost-Friezen. Daarom werd hij benoemd tot baljuw van ZuidHolland. Het kasteel werd door de Sint Elisabethsvloed in 1421 grotendeels verwoest en door het water verzwolgen.

De kelders van het oude slot bleven gespaard. Omstreeks 1473 werd het kasteel weer opgebouwd. In het begin van de Tachtigjarige Oorlog heeft het kasteel nog een rol gespeeld bij het beleg van Geertruidenberg in 1423 en in dat van Slot Loevestein in 1427. Omstreeks 1608 werd het kasteel met de heerlijkheid verkocht aan Walraven van Gent, heer van Oyen, die het kasteel een jaar later herbouwde in Toscaanse stijl, wat nog te zien is aan het binnenplein. De heerlijkheid kwam later aan de ridders van der Schieren, de heren van Groesbeek, de graven de Croix en d’Ursel, de familie Suringar (vanaf 1924) en tenslotte aan de gemeente Dussen, die in 1935 het kasteel aankocht. In 1901 stond graaf d’Ursel het kasteel in bruikleen af aan uitgeweken Franse Karmelitessenzusters, die het tot 1920 als klooster bewoonden en er zelfs (tijdelijk boven de gracht) een kapel bij bouwden.

De gemeente kocht het kasteel in 1935 voor f. 15.000,-. Het werd kort daarna gerestaureerd. Door een tegenoffensief van de geallieerden, tegelijk met het Ardennenoffensief, werd het kasteel grotendeels verwoest. In 1948 werd met de restauratie begonnen en in 1954 werd het kasteel officieel als kasteel-raadhuis in gebruik genomen.

Kerkgesch.: De oude parochiekerk kwam aan de Dussen, aan de weg van het kasteel in de richting Meeuwen. Tijdens het 12-jarige bestand vestigde zich als eerste predikant hier Timotheus Wijckertoom. Hij nam de na 1421 gebouwde parochiekerk in bezit. Eerst na de inval van de Fransen in 1672 kregen de katholieken de mogelijkheid een schuurkerk in te richten, voor het hele Land van Altena. Dit bedehuis brandde in 1842 geheel af. In afwachting van de bouw van een nieuwe kerk werden de godsdienstoefeningen in het kasteel gehouden.

De nieuwe kerk kwam in 1845 gereed. Bij de grote brand van Dussen in 1892 werd ook deze kerk een prooi der vlammen. Naast de kerk en het gemeentehuis gingen ook 23 huizen in de vlammen op. In de Tweede Wereldoorlog gingen opnieuw de RK kerk en het raadhuis verloren.

In 1863 werd Hank een zelfstandige parochie, die H.Mariapolder werd genoemd. Begonnen werd met een noodkerk, waarna twee jaar later de kerk van Hank, toegewijd aan Maria Geboorte, kon worden geconsacreerd.

Middelen van bestaan: industrie, landbouw en veeteelt. Dussen is ook woongemeente voor het industriegebied Dombosch en voor pendelaars tussen Rotterdam, Gorinchem, de Langstraat en Breda.

Monumenten: Kasteel-raadhuis, omgracht middeleeuws bouwwerk, bestaande uit drie woonvleugels om een binnenplaats, met toegangspoort en twee zware torens. Kelders uit omstreeks 1300. Opmerkelijk is de galerij op ronde zuilen met Toscaanse kapitelen.

Wip watermolen; de Noorderveldse molen uit 1795; in Hank achtkante poldermolen „De Zuidhollandse molen”, uit 1791, Hellegatsweg te Hank; enkele oud-Hollandse boerderijen; Natuurreservaat Het Noordenveld ten noorden van het kasteel; Hank: de Kurenpolder, recreatiepark met natuurschoon, 100 ha met zandstranden, zwemgelegenheid, speeltoestellen, sportvelden, div. sportmogelijkheden.

De gemeente Dussen is aangesloten bij het Stadsgewest Breda, waarmee in 1975 als vervolg op de intergemeentelijke samenwerking Rayon Breda door 22 gemeenten werd begonnen. De gemeente Dussen werkt ook samen in het Recreatieschap Nationaal Park de Biesbosch. Overheidsinstellingen e.d.: gemeentehuis in Kasteel Dussen, Binnen 1; Gemeentesecretarie, Schutskooi, Kerkstraat 13, Hank; postkantoor Van der Dussenlaan 6; politiebureau. Onderwijs: openbaar en bijzonder kleuter- en lager onderwijs; een streek-MAVO-school; Sportaccommodaties: strandbad De Kurenpolder met zwemgelegenheid, sportvelden, zeilen, windsurfen, tennisbanen, vissen, roeien, windsurfschool, jachthaven.

Legende: De freule met de ezel van kasteel Dussen Aan de weg van Dussen naar Meeuwen staat het kasteel Dussen, dat al omstreeks 1100 werd gebouwd, herhaaldelijk werd verwoest door vloed en oorlogen, maar steeds opnieuw is herrezen. Het was het kasteel van de freule, die er met haar ezel woonde, en elke nacht zes mannen uit het dorp haalde om op haar kasteel te slapen.

De freule haalde dan de trap weg om er zeker van te zijn, dat de slapers ook binnen bleven, wakend over haar en haar ezel.

Zij zou de laatste zijn, die het kasteel bewoonde. Het werd per advertentie te koop aangeboden, zeer geschikt voor afbraak, maar zover kwam het niet. Kasteel Dussen werd raadhuis.

Bron: T. van der Aalst: Een korte geschiedenis van Dussen; kastelengids: Kasteel Dussen; A. v. Oirschot: Middeleeuwse kastelen van N.Brabant, 1981; informatiegids gem. Dussen; Anton van Oirschot: Spoken en kastelen in Nederland.