Gepubliceerd op 30-05-2019

Bijeneters

betekenis & definitie

Familie: Meropidae Bijeneters (Dicrocercus, Melittophagus, Merops, Nyctyornis)

De bijeneters behoren tot de fraaist gekleurde vogels die er bestaan. Ze hebben een lange, spitse snavel, korte pootjes en lange spitse vleugels, waarmee ze snel en sierlijk als kleurige zwaluwen rondvliegen. Het zijn sociaal levende vogels, die in kolonies in steile zandoevers of leemwanden broeden, ook in vlakke streken. Ze zitten graag op telegraafdraden en kale twijgen, vanwaar ze op vliegende insekten jagen. Vaak slaan ze hun prooien tegen een harde ondergrond murw. Op deze wijze stellen ze ook de angels van bijen en wespen buiten werking.

Ze volgen vaak sprinkhanenzwermen en leven bij voorkeur in open landschappen, zonder echter het bos geheel te mijden. De Europese bijeneter is een vogel van het Middellandse Zeegebied, die echter een enkele maal bij ons heeft gebroed (Terschelling). Het graven van de tot 2 m lange nestgang kan 8-14 dagen vergen. De scharlakenrode-bijeneter broedt vaak in enorme kolonies in de savannegebieden ten zuiden van de Sahara. De blauwstaartbijeneter leeft in de regenwouden van Nieuw-Guinea. Hij heeft sterk verlengde middelste staartveren, in tegenstelling tot de zwaluwstaartbijeneter, die een diep gevorkte staart heeft.

De blauwkopbijeneter en zijn naaste verwanten hebben geen verlengde staartpennen. De blauwbaardbijenter uit Zuidoost-Azië is ook ’s nachts aktief en gaat dan in de wouden op insektenjacht.