geestelijke (Wynjeterp 1507-Groningen 1567). Pastoor te Tsjum (153031), raakte daar onder invloed van herv. ideeën.
Zeer ontwikkeld, richtte een school te Lwd. op, waar hij ook pastoor werd (1540)Zeer populair. Promoveerde te Heidelberg (1559). In dat jaar door W. Lindanus van ketterij verdacht, maar benoemd te Groningen, waar hij bleef.
Zie: Reitsma, H. J., passim.