Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

SPRAAKKUNST

betekenis & definitie

In de 17de eeuw is de aanloop tot een Fr. S. genomen (Quaedam ad grammaticam spectantia enz., in: Gysbert Japicx, Fr.

Rymlerye, edS. A.

Gabbema), maar eerst H. S.

Sytstra verdiept er zich ernstig in.Zijn normatieve Fr. S. (1854-62) berust op het Oudfr. en gaf meer wensdroom dan werkelijkheid. G. Colmjon daarentegen tracht in zijn Beknopte Fr. S. (1863) de taal van zijn tijd te beschrijven; nog meer is dit het geval met de nieuwe bewerking, die Ph. v. Blom ervan gaf in 1889, werk van een niet-vakman, dat door de vakman F.

Buitenrust Hettema hoog geprezen werd. De nieuwe bewerking door O. H. Sytstra en J. J. Hof (1925) doet daarnaast (na 36 jaar!) wat ouderwets aan in opzet en terminologie.

Veel beter is het driedelige Ta it Fr. van P. Sipma (1948-49), evenals de Lytse Fr. Spraekleare van G. Postma en P. de Clercq (1904) in het Fr. geschreven. Niet-Friezen doen beter hun eerste kennis te halen uit de Beknopte Fr. S. van K.

Fokkema (Groningen 1948) om dan op Sipma over te gaan. Zie Compendium: Hoe de Friezen spreken.

< >