Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

SINT-NICOLAAS (S.N.)

betekenis & definitie

De officiële intocht van S.N. begint ook in de grote Fr. plaatsen gebruik te worden. Kinderen uit de omtrek genieten dit mee.

Verder komt S.N. op de scholen (Barend v. d. Veen was lang een gezochte school-S.V.).

In Lwd. voeren leerkrachten van het openb. onderwijs sedert 1922 jaarlijks in de weken voor 5 dec. een sprookje op, de laatste jaren voor ca. 10000 kinderen van de openb. lagere scholen van Lwd. en omgeving. S.N. verschijnt bij elke uitvoering.Overigens wint, als overal, de avond van 5 dec. op de ochtend van de zesde. In Frl. vonden (en vinden) kinderen de ‘echte’ cadeaus niet bij de schoorsteen, maar verstopt door het hele huis. Krantenfoto’s van de intocht in Lwd. of Heerenveen hebben de begindatum van het ‘opzetten’ vervroegd. Vóór 1900 ging soms iemand met een schapevacht om en een ruige muts op, met een rammelende ketting langs de huizen vragen naar de stoute kinderen. In Franeker en Lwd. kende men optochten van ‘Sinterklazen’, als middeleeuwse duivelsfiguren uitgedost. Zij herinneren aan een viering die op de eilanden en in de Wouden nog bestaat.

Op Vlieland kent men het ‘opkleden’ of ‘Sunderklazen’ door mannen en vrouwen, op Terschelling de verklede Sundrams, op Schiermonnikoog dito Klozems, op Ameland, speciaal te Hollum, een feest van het hele dorp, op 4 dec. voor de jeugd, op 5 dec. voor allen die boven de 18 jaar zijn. Alleen jongens en mannen verkleden zich. Dit S.N.-feest heeft zeer oude trekken: men mag niet worden herkend (ook niet aan de stem); er wordt op buffelhorens geblazen; al wat vrouw is wordt door ‘baanvegers’ hardhandig van de straat geveegd; de ‘Ouwe Sunderklazen' of ‘Omes’ mogen vrouwen en meisjes tot dansen dwingen. J. W. F.

Werumeus Buning noemde in een reportage over het feest Ameland ‘het eiland der demonen’. In deze massale viering waarvan het ‘Sinterklazejeijen’ door groepjes jongens in O.-Frl. een bleke rest lijkt leeft volgens de Zwitser Meuli stellig nog iets van de ommegang van het dodenheer in de heidense midwintertijd.

In de S.N.-tijd eet men in Frl. nog veel taai. Bakker, slager of herbergier laten sjoelen om etenswaren of dranken. S.N.-tafels staan in vele winkels, maar sedert W.O. II zijn de ‘Sinterklaesrinders’, die met hun manden of karretjes voor de bakkers ventten, verdwenen. Op de marktdag voor S.N., ‘Sinterklazefreed’, trekken duizenden naar Lwd. om hun inkopen te doen.

Zie: S. J. v. d. Molen, Fr. kalenderfeesten (Den Haag 1941), 103-117; Frl. (1952), 306-310.

< >