Sage van een vrouw op het eenzame Amelander Oerd, verdacht van toverij, die 's nachts een koe met brandend licht het strand op stuurt en zo een schip met haar enige zoon erop laat verongelukken.
Voor het eerst in berijmde vorm gepubliceerd door P. J. Braaksma (1889). Deze heeft het verhaal sterk opgesierd en misschien een Frans motief (al sedert 1833 in omloop) op Ameland gelokaliseerd. D. A. Tamminga schreef de ballade Wylde Rixt.
Zie: Tj. W. R. de Haan, Volk en Dichterschap (Assen 1950), 89-91.