In de M.E. een vrome of boeteling, bij een kerk ingesloten door immuratie of afsluiting met een deur. In Frl. is ca. 1410 een R. te Tjerkwerd bekend (als boete); in 1554 werd immuratie als straf aan dopers opgelegd.
Zie: B. xii (1950), 22-27; H. Oldenhof, De parochie Blauwhuis (1951), 11-12.