Grootscheepsvaarwater van het IJselmeer over Grote Brekken, Koevordermeer en Snekermeer via Grouw en Bergum naar de Groningse grens bij Strobos. Diepte 3 m; beheer bij de prov., bevaarbaar voor schepen tot 13501.
De Prinses-Margrietsluis, een schutsluis met tussenhoofd W. van Lemmer, verbindt het Fr. kanalennet met het IJselmeer.Zowel voor Frl. als voor Nederland van grote economische betekenis, omdat van het verkeer over langere afstand van en naar Frl. 2/3 per schip gaat.
Terwijl Frl. vroeger slechts bereikbaar was voor schepen tot ca. 250 t kunnen sinds 1951 binnenschepen tot 1350 t alle grote plaatsen van Frl. bereiken. Hiervan wordt gebruik gemaakt: in 1956 passeerde over het P.M. bij Terhorne een tonnage, driemaal zo groot als in 1938, en tweemaal zo groot als in 1950. Dit verkeer bestond voor 58 pct. uit schepen tot 300 t, voor 42 pct. uit schepen boven de 300 t (300-500 115,4; 500-700 t 6,2; 700-1000 111,6; 1000-1500 t 8,6 pct.). Van het verkeer op het P.M. was, uitgedrukt in ton-kilometers, 40 pct. Fr. en 60 pct. Gronings verkeer (totaal 1956: 26200 schepen 5573000 t).
Coasters tot 3001 dead weight kunnen het kanaal bevaren. Jaarlijks maken van de kanalen gebruik met bestemming of herkomst Frl. 170, andere provincies 450, België 110, Ruhr/Rijngebied 1100 coasters. Mede door de aanwezigheid van beweegbare bruggen kon langs de oevers een belangrijke industrie zich ontwikkelen: scheepsbouw, bouwmaterialen enz. ->Binnenvaart.
