Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

MIDDENSTAND

betekenis & definitie

Omvat in beperkte zin vooral

a.handeldrijvende M.,

b ambacht,

c. kleine vervoerbedrijven. Overbezetting is in deze groep vrijwel regel. Dit leidt tot branchevervaging en vaak tot de noodzaak van neveninkomsten. Typerend is de centrale plaats van de eigenaar in de bedrijfsvoering. Als ambacht gelden nijverheidsbedrijven met onder de tien man personeel (bij 10-25 spreekt men van industriële M.). Tot het ambacht horen bijv. drukkers, metselaars, meubelmakers, smeden, bakkers. Vaak is het ambacht verenigd met een winkel (bijv. bij bakkers).

De Fr. nijverheid telde 1950 2366 bedrijven met 1 persoon, 4655 met 2-5, 759 met 6-10 personen.Totaal 7780 bedrijven, ca. 19 500 mensen. Onder de bedrijven zijn ca. 20 pct. bakkers, ca. 20 pct. aannemers, ca. 10 pct. schilders, ca. 7 pct. smeden, ca. 7 pct. kappers. De problemen van kleine handel en ambacht op het Fr. platteland zijn: vanouds overbezetting (vaak relatief tweemaal zoveel bedrijven als in heel Nederland), ontvolking, hogere eisen van het publiek, betere bereikbaarheid der steden. Als elders veel werk wordt aangeboden, verdwijnen dan ook veel kleine Af.s-bedrijven (op het Fr. platteland van 1950-57 15-25 pct., waarvan de helft na sterfgeval). Ook in de stad hebben de randbedrijven het moeilijk, maar de grote, goed geoutilleerde bedrijven zijn er talrijker. In het vervoer langs weg en water overheerst het kleinbedrijf volkomen: 1950 ca. 1400 bedrijven met ca. 2900 mensen (in Frl. extra veel melkrijders en bodediensten). Binnenschippers en beurtschippers (in 1950 nog 549 bedrijven met 1379 mensen, waaronder slechts twee met boven de tien man) minderen snel. zie Beurtvaart, Binnenvaart, Binnenvloot, Eigenhandelsschippers, Vrachtautodiensten.

Middenstandsdorpen. Dorpen met een sterkere verzorgende (en ten dele ook woon-) functie dan boerenen arbeidersdorpen. Oudtijds werd een dorp tot

M.s-dorp bijv. als hoofdplaats van een grietenij of als marktplaats: vestiging van ambtenaren, koop- en ambachtslieden.

Zo werden latere steden in een pril stadium tot M.s-dorp, daarna vlekken (hierin lijkend op veenkolonies). Tegenwoordig geeft industrialisatie diverse M.s-dorpen, door vestiging van arbeiders (ook ongeschoolde) en zgn. nieuwe M., een zeer gemengd karakter. Zo hadden de Fr. steden al vroeg een (naar omvang bescheiden) proletariaat, eveneens afkomstig van het platteland, zonder echter het verzorgende karakter, dat met de omliggende boerendorpen conflicten gaf, prijs te geven. De bevolking der gasthuizen accentueerde het M .s-karakter van de steden en van enkele dorpen.

< >