Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

BINNENVLOOT

betekenis & definitie

Ca. 1890 omvatte de Fr. B. bijna 2000 schepen met een inhoud van 70000 t, in 1910 ruim 2000 schepen (90 000 t).

Slechts een klein deel van deze B. stak de Zuiderzee over. De schepen (meest tjalken) die binnen de prov. bleven, werden na 1930 voorzien van een bijbootje met motor, zgn. opduwer.Het verloop is dan: 1934: 737 zeilschepen naast 192 opduwers; 1948: 327 zeilschepen naast 345 opduwers; 1957: zeilschepen vrijwel verdwenen. Ook de scheepsgrootte is veranderd. In vergelijking met de Nederlandse blijkt de Fr. B. naar aantal en laadvermogen in de klasse 20-100 t. ca. 10 pct. van de hele B. te bezitten, in de klasse 100-200 t. 3,5 pct. en boven de 200 t nog niet 0,5 pct. Het aandeel van de Fr. B. in de totale Nederlandse is 5 pct. van de schepen, 1,5 pct. van de tonnage. 1.1.1936 in klasse 20-100 t 1262 schepen, 56000 t: 1.1.1956 in die groep 590 schepen met 31000 t; 141 van 100-200 t met 181117 t, 57 boven de 200 t met 16140 t; totaal op 1.1.1956 dus 7S8 schepen, samen 65 257 t.