Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

MAKKUM

betekenis & definitie

(Fr.: idem, uit geslachtsnaam, umnaam). Oorspronkelijk terp-, nu komdorp in Wonseradeel aan de IJselmeerdijk (2687 inw.).

Herv., geref., r.k., doopsgez., baptistenkerk; openb., chr. en r.k. lagere scholen. De vissers van M. voeren vooral paling en ansjovis aan.

Van velerlei 19deeeuwse industrie (kalkbranderij), bleef over: scheepsbouw (zie Coasters), pannenbakkerij annex aardewerkfabriek (zie -> Aardewerk). Bezienswaardig: herv. kerk (1660, gerestaureerd 1950), Waag (1698), vele trap- en halsgevels uit 17de en 18de eeuw.

Om M. veeteelt, o.a. in de buurschappen Engwier en Altena (aan de Grote Zijlroede). Van het 1472 vermelde zusterklooster (tertiarissen) is alleen de plaats bekend.

Voor het wapen -> Dorpswapens.Zie: Hepkema Memories, 190; Reg. Leeuw. Cour., 54; Repert., 201; Algra, De Historie II, 227-243; B. xix (1957), 145-146.