(of Jongema). Edel geslacht uit Bolsward.
Hiertoe behoorde Juw J. Ansck, dochter van een andere Juw, trouwde Goslick Heres Hottinga (♱ 1434).
Hun zoon Juw nam de naam der moeder aan. Zoons o.a.: 1. Goslick. Zoon: Tjaert (♱1479), grietman van Wonseradeel (1478), heerschap te Bolsward. Zijn zoon heette weer Goslick. Met diens kleindochter Rints (♱1612) stierf het geslacht uit.
2. Tjerck J. van Walta trouwde Ebel Walta. Zoons: Juw J. (vermoord door zijn neef Goslick te Bolsward, 1496), Vetkoper, heerschap te Bolsward (1496), en Tjerck Walta (f1522), trouwde Tieth Herema (♱1542), wiens tak zich Herema noemde.
Zie: Stb. 1, 238; II, 161; Andreae, Nalezing, 85; v. d. Aa, vii, 60. —, Goslick van, schierings edelman (ca. 1500-?). Na de dood van zijn vader Tjaert werd diens neef Juw regent over Bolsward. Van 1491-96 streden Goslick en Juw om de heerschappij.
Door vreemde soldaten behaalde Goslick de overwinning, maar kreeg toen te kampen met muiterij van deze bondgenoten. Met een andere troep, hem ter beschikking gesteld door Albrecht van Saksen, maakte hij zich meester van de stad. Hij beloonde hem met geroofde kerksieraden en vermoordde eigenhandig zijn neef. Grietman van Wonseradeel(1499), dat door zijn toedoen als eerste grietenij in 1504 de Saksische hertogen huldigde. Door dezen geridderd. Heroverde Bolsward op de Geldersen (1514) met behulp van de Zwarte Hoop die de stad in brand stak, waarbij ook Goslicks huis in vlammen opging. Raad in het Hof (1512).
Zie: Sminia, Naamlijst, 261; Andreae, Nalezing, 86; v. d. Aa vii, 60; Vr. F. xiii (1877), 345-358.
—, Juw, afkomstig uit Bolsward, verwierf grote roem in strijd tegen de 'ongelovigen'. Toen Albrecht van Beieren in 1396 Frl. bedreigde, werd J. tot potestaat gekozen. Hij adviseerde om de vijand het land in te lokken. De Schieringers besloten echter tot verdediging aan de kust. Zodoende nederlaag bij Schoterzijl, waar J. sneuvelde (29.8.1396).
Zie: E. Verwijs, De oorlogen van hertog Albrecht van Beieren met de Friezen (Utrecht 1869).