Edel geslacht uit Bozum. Aede Keympes (gedood door de Vetkopers te Sondel, 1439) had twee zoons:
1. Hessel (vermoord Rauwerd, 1459). Zoons: a. Epe (♱ 1489), trouwde Jouck Agges Walta (♱ 1481). Hun zoons namen de naam der moeder aan, maar hun achterkleinzoon Laes, lid van het Verbond der Edelen, gedeputeerde (1580), gezant naar Engeland (1585), nam als erfgenaam van de vader der eerste vrouw van zijn vader weer de naam /. aan. Met zijn zoon Frans (♱ 1640), raad in het Hof (1608), stierf het geslacht uit. b. Aede ( vermoord door de Vetkopers te Dokkum, 1474), wiens tak uitstierf met zijn kleinzoon Laes (♱ 1541), die de gelijknamige zoon van zijn schoonzoon tot erfgenaam benoemde.
2. Keympe (♱ 1468). Kleinzoons o.a.: Aede (♱ 1536), bekend door zijn verzet tegen de pogingen der Saksen het leenstelsel in te voeren (Wy Friezen witte fan nin tien to sizzen), en Keimpe. zie ook Juwinga.
Zie: Stb. 1, 233; II, 158; Smiriia,Naamlijst, 114, 161, 195, 221, 246, 368; Andreae,Nalezing,41, 54,115; v. d. Aavn, 61; N.B.W. ix, 471.