Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

HEERLIJKHEID

betekenis & definitie

In de M.E. het gezag dat men krachtens eigen recht en niet als ambtenaar uitoefende ; tevens gebied waarover dit gezag zich uitstrekte. Hoewel in Frl. de feodaliteit weinig te betekenen heeft gehad, en men er dus geen scherpe tegenstelling tussen ambtsgebied en H. kende, heeft Frl. toch enkele heerlijkheden gehad, meestal gebieden die, als staande onder de speciale jurisdictie van kloosters, een aparte positie ten aanzien van de rest van Frl. hebben ingenomen.

Zo bijv. de heerlijkheden van Visvliet, Schiermonnikoog, Ameland en Nijefenne. zie Berlikum.

< >