Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

HAREN, Van

betekenis & definitie

Riddermatig geslacht uit Z.-Limburg. Adam kwam na 1584 als hofmeester van Willem Lodewijk naar Frl.

Zijn zoon Willem 1 (1581-1649) had twee zoons: Ernst (1623-1701), grietman van Weststellingwerf (na hem familieleden tot 1795), cavalerieofficier (kolonel in 1660), gedeputeerde (1686), en Willem 11. Ernsts kleinzoon Adam Ernst (1683-1717) was de vader der dichters Willem en Onno Zwier.

In de Franse tijd verlieten de H.s het land, enigen keerden na 1813 terug, maar 1850 stierf het geslacht uit.Zie:Stb. 1,146; 11, 91; Ned. Adelsboek (1942), 312; v. d. Aa VI, 56-58, 61-62; N.B.W. vi, 707; vin, 683, 689, 693; Sminia, Naamlijst, 320, 323, 350, 404, 406; Vr. F. XXXVIII (1946), 5 e.v.; L (1950), 136 e.v.; Grafschriften II (1952), 7-10, 24-25, 36, 38-39; Reg. Leeuw. Cour., 32; Repert., 24S-249.

—, Adam van, watergeus ‘hopman Daam’ (Valkenburg ca. 1540-Arnhem 3.5.1589?). Vluchtte als lid van het Verbond der Edelen met zijn vader Everard (overleden 1589) uit Valkenburg (1567), eerst naar Nassau, kwam als kapitein der watergeuzen in Den Briel; raad en kamerheer van Willem van Oranje, na diens dood hofmeester van Willem Lodewijk. Het verhaal van zijn omzwervingen en zijn geuzennap gingen bij de brand van het ‘Ff.-huis' te Sint-Anna Parochie verloren (1732).

Zie: Sannes, Bildt 1 (1951), 284-285.

—, Duco van, grietman (Den Haag 6.11.1747-Weimar 27.5.1801). Laatste H.-grietman van Het Bildt (1788-95), bij de komst der Fransen in febr. 1795 naar Duitsland uitgeweken.

Zie: Sannes, Bildt II (1953), 220 e.v.; in (1956), 15 e.v.

—, Onno Zwier van, dichter, staatsman (St.-Anna Parochie 2.4. 1711-Wolvega 7.9.1779). Vooraanstaand Fr. staatsman, was premier en behoorde tot de Fr. hofadel, bestreed de invloed van Brunswijk. Beschuldigd van bloedschande, verdwijnt hij uit Den Haag. Ook te Wolvega hij was grietman van Weststellingwerf achtervolgde men hem. Hij ontwikkelde zich daar tot een dichter van formaat (De Geuzen, Agon e.a.).

Zie: (voorwerk en leven) J. J. Kalma, Bibliografie betreffende de gebroeders O. Zw. en W. van H. (1956).

—, Willem (I) van, (Arnhem 19.1.1581-Den Haag 29.1.1649). Zoon van Adam. Opperstalmeester van Willem Lodewijk, lid der StatenGeneraal, legde de grondslag voor het fortuin der H.s.

Zie: Sannes, Bildt 1 (1951), 285-286.

—, Willem (2) van, staatsman en diplomaat, ‘de ambassadeur’ (Lwd. 17.10.1626-15.4.1708). Grietman van Het Bildt (1652-98). Was vele malen ambassadeur en vervulde bijzondere zendingen, naar Denemarken (1659), Zweden (1659, 71, 84, 90). Keulen (1673), Engeland (1674, 1702), Nijmegen (1676-78), Rijswijk (1697). De verslagen en aantekeningen hiervan, 30 folianten, gingen in 1732 verloren (zie Haren, Adam van). De Zweedse koning bood hem de graventitel aan, die hij afsloeg. Rentmeester-generaal der domeinen (1650-87), curator der Hogeschool (1679). Met zijn vrouw Elizabeth van Hemmema (f 1688) stichtte hij de grafkapel der H.s te Sint-Anna Parochie (1686).

Zie: v. d. Aa vi, 57; Sminia, Naamijst, 318.

—, Willem (3) van, grietman (Heerenveen 6.1.1655-Sint-Anna Parochie 18.9.1728). Grietman van Doniawerstal (1679-88), West-

stellingwerf (1688-1711), Het Bildt (1718-23; substituut-grietman van Het Bildt tot 1728). Schonk met zijn tweede vrouw Rixt van Andreae een orgel aan de herv. gemeente van Sint-Anna Parochie (1727).

Zie: Sannes, Bildt II (1953), 46 e.v.

—, Willem (4) van, dichter, staatsman (Lwd. 21.2. 1710-Sint Oedenrode 4.6.1768). Grietman van Het Bildt, Oranjevriend, gedeputeerde ter Statenvergadering en te velde, gezant te Brussel. Speelde een rol in de Oostenrijkse successieoorlog (Leonidas,
1742). Als kwartierschout en dijkgraaf van Peelland had hij een kasteel te Sint Oedenrode, waar hij, beladen met schulden, geplaagd door een slecht huwelijk, zelfmoord pleegde. Na 1760 als lid van de Fr. hofadel op de achtergrond. Een zijner kinderen, Henriëtte Emilie de Nérah, was een poos de maitresse van Mirabeau.

Zie: (voor werk en leven) J. J. Kalma, Bibliografie betreffende de gebroeders O. Zw. en W. van H. (1956).

—, Willem Anne baron van (Den Haag 24.8.1749-Veenklooster 22.4.1835). Zoon van Onno Zwier. Volgde zijn vader als grietman van Weststellingwerf op (1779), werd Statenlid. Leerde Cecilia Johanna van Heemstra kennen (1792), die haar verloving met W. H. van Sytzama verbrak; hieruit een proces wegens verbroken trouwbelofte. H. raakte als Oranjeman gevangen (1796). Hij trouwde Cecilia in Steinfurt (1797), woonde tot 1814 te Emden, na 1819 op Vogelzangstate. Van 1814-30 was H. statenlid.

Zie: L.E., Een vergeten proces (1929); N.B.W. vin, 692-694; lx, 1104.