Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

GOUTUM

betekenis & definitie

(Fr. idem, misschien persoonsnaam en umnaam). Dorp in de gem.

Lwd. (tot 1944 Leeuwarderadeel), Z. van Lwd. Vroeger Dolagoutum: G. op de scheiding.

Oorspr. een terpdorp, nu met uitbreiding langs weg en straatweg. De zgn.

Goutumer hfiskes vormen een flinke buurt. Herv. kerk met zadeldaktoren (15de eeuw, in 1926 gerestaureerd) heeft romaanse vensters in de N. wand.

W. van de kerk tot 1882 Wiarda State, een der laatste Fr. stinzen. Openb. lagere school, sinds 1957 een dorpshuis Ten en Mien’.

Na W.O. II in toenemende mate forensendorp voor Lwd.

De grote terp Techum is in de 19de eeuw afgegraven. Een boerderij heet nog zo.Zie: Hepkema Memories, 112; Reg. Leeuw. Cour., 48; Repert., 188.