Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

FREDERIK VAN HALLUM

betekenis & definitie

geestelijke (P-3.3.H75). Na studie te Munster (contact met de norbertijnen van Kappenberg) pastoor in zijn geboortedorp.

Wendt zich na de dood van zijn moeder via bisschop Godfried tot de norbertijnen van Mariënweerd, sticht de abdij Mariëngaard bij Hallum (1163; met vrouwenklooster Bethlehem onder Oudkerk). Reorganiseert het klooster te Dokkum, sticht Beerta en Kloosterburen.

Als moederklooster kiest hij Steinfeld. Zijn graf trok tot ca. 1650 veel bezoek; de relieken zijn 1616 in Henegouwen in veiligheid gebracht.Zie: Abt Sibrand, Het leven van de zalige F. v. H., vertaling E. Bruna (1947).