Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

FONTEIN

betekenis & definitie

Harlinger koopmans- en regeringsgeslacht, deels herv., deels doopsgez. Stamvader Jurjen Scheltes (geboren na 2.1.1641), lakenkoopman en burgemeester.

De naam F. komt na 1700 op. Uit deze familie de 1822 geadelde, 1944 uitgestorven tak F.Verschuir en de buiten Frl. nog bloeiende tak Matak F.

Zie: Vorsterman v. Oyen, Stam- en Wapenboek in, 399; v. d. Aa v, 50-51; N.B.W. vi, 518; vin, 556; Romein, Naamlijst, 271, 485; Aanv., 31; Jierb. Gen. Wurkforban (1953).

—, Adriana Sophia, schilderes (Harlingen 5.7.1888-). Woont te Baarn. Leerling van A. Roelofs. Landschap en stilleven in de trant der Haagse School.
—, Freerk Dirks, koopman (Harlingen 31.12.1777-
28.2.1843). Een der oprichters van het Fr. Gen. Groot verzamelaar.

Zie: N.B.W. VI, 518.

< >