doopsgez. predikant (Blessum ca. 1750-Zijldijk 1812). Stond te Westerschelling 1782-90, Knijpe 1790-1804 en Zijldijk (Gr.) 1804-12.
In zijn Knijpster tijd een vurig patriot. Van5.3.1796-21.6.1798 was hij een zeer actief lid van het prov. bestuur van Frl. Dit leidde in zijn gemeente tot moeilijkheden, daar een deel der leden nog op het standpunt stond, dat een doopsgezinde zich niet met staatszaken had in te laten.
Zie: P. H. Veen, De Doopsgez. in Schoterland (1869), 78-98.