Het vervoer te water van bepaalde landbouwprodukten (aardappelen, suikerbieten) naar de verwerkende industrieën. In Frl. bestaat de bieten-C. (zie Suikerbieten).
Door de Groningse fabrieken worden met een aantal schippers (de zgn. ‘vaste schippers’) overeenkomsten gesloten voor een deel van de aan voer, terwijl het resterende deel via de schippersbeurzen wordt bevracht.C. vergt vrij veel scheepsruimte in de binnenvaart. Voor het bietenvervoer wordt ook de vrachtauto gebruikt. In 1955 werden ca. 92 500 t bieten vervoerd (ca. 43 000 t (45 pct.) per vrachtauto en ca. 49 500 t (55 pct.) per schip). In 1956 was de Fr. aanvoer ca. 72 000 t, waarvan wegvervoer en binnenvaart elk de helft voor hun rekening namen. Deze verschuiving ten gunste van de vrachtauto wordt veroorzaakt door het buiten gebruik stellen van kleinere vaarwegen. Ook kan een vrachtauto (combinatie van auto met aanhangwagen) thans ca. 20 t in een rit vervoeren (met twee ritten per dag dus 40 t). De bietenschipper vervoert slechts 25 t per dag. zie Binnenscheepvaart.
