Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

ARUM

betekenis & definitie

(Fr.: idem, eerste deel der samenstelling niet duidelijk, misschien persoonsnaam Ar(r)e, umnaam). Terpdorp aan de weg Bolsward-Harlingen (1241 inwoners).

Herv., geref. en geref. art. 31 kerk. Openb. en chr. lagere school.

Een van de 'vier bouwdorpen van Wonseradeel’, in de zgn. Kleine Bouwhoek.

Landbouw, veeteelt en enige tuinbouw. Station voor kunstmatige inseminatie.

Terpvondsten o.a. een houten zwaardje met runen en vroeg Fr. aardewerk. In de herv. kerk (1664, herbouwd 1837) familiebank van de Cammingha’s en koperen doopbekken.

In deze hoek veel kaatssport. Onder A. de buurschappen Baarderburen, Beijum, Eesterburen en Grauwe Kat.

Zie: Repert., 175; Aigra, De Historie in, 219-232.