(Grieks: martus = getuige). Personen die hun leven offerden voor trouw aan hun geloof of denkbeelden.
Meestal geschiedde dit na een gerechtelijke procedure, waarbij martelingen eerder regel dan uitzondering waren, die eindigde in een terdoodveroordeling. Vaak konden zij gratie verwerven door hun denkbeelden of geloof af te zweren. De martelaren weigerden dit. In de Zaanstreek is een groep martelaren ter dood gebracht voor hun trouw aan het Christelijke geloof. Elders werden/worden martelaren ook om andere denkbeelden gedood.De martelaren in de Zaanstreek waren vooral de doopsgezinden, in de jaren 1527-1572.
Dit gebeurde mede doordat doopsgezinden en aanverwante groeperingen een grote aanhang hadden die door de toenmalige overheid als een bedreiging gevoeld werd.
In de Zaanstreek was in 1527 voor het eerst sprake geweest van doopsgezinde martelaren. Drie Krommeniedijkers Krommeniedijk was het eerste Zaandorp met een grote concentratie dopersen werden naar Haarlem, en later Den Haag afgevoerd, alwaar zij gemarteld en gedood werden. De drie werden geroosterd. Jacob →Honig Jansz.Jr. schreef: ‘Zij waren de eerste Doopsgezinden, die in Holland, onder het Pausdom, ter dood veroordeeld werden.’ De vervolging in de Zaanstreek werd feller nadat de dorpskerk van Jisp was verbrand (1534). Ofschoon nooit is opgehelderd hoe (of wellicht: door wie) de kerk is verbrand, kreeg de doopsgezinde bevolking daar de schuld van. In het daarop volgende decennium werden minstens zestien doopsgezinden ter dood veroordeeld.
Van een groot deel van de martelaren zijn de namen bekend:
1527, uit Krommeniedijk, in totaal drie personen, waaronder Jan Walen, te Den Haag gedood;
1535, uit Oostzaandam, Pieter Koster, te Amsterdam;
1542, uit Krommeniedijk, Krommenie en waarschijnlijk Westzaan, Jan Echtwerker, Claes Melisz, Aecht Melisz, haar man Willem, Heyne Waligsz, Tryn Ankers, Comelis Luytsz, Claes Clasz, Jonker, Dirk Gerritsz van den Busch, te Krommeniedijk;
1542, uit Wormer, Dirk Pietersz Krood, Pieter Trijntjes, Claes Reders, Pieter Claes Jansz, te Enkhuizen;
1542, uit Wormer, Jacob en Selie (echtpaar), te Amsterdam;
9 November 1549, Cecilia Jeronymus, Jacob Claesz, te Amsterdam.
6 augustus 1552, Claes Gerbrantsz, te Amsterdam;
1555, zes Waterlands doopsgezinden te Amsterdam;
28 juni 1573, Gertruid Adriaan Simons, te Ypesloot, bij Muiden.
In totaal zijn dit 33 personen in 46 jaar.
W. Maas.