Zeep- en parfumerieënfabriek te Zaandam.
Het bedrijf werd opgericht in 1922 door de zwagers W.A. Hillebrants en G.J. Kok; de bedrijfsnaam ontstond door samenvoeging van de beginklanken van hun achternamen. Voor ƒ 900 (destijds 43.000 sterk gedevalueerde Duitse Marken) werd de complete installatie van een Duitse zeepfabriek gekocht, inclusief enige ‘originele’ recepten.
Het bedrijfje begon met de zeepproduktie in een pandje aan de Wilhelminastraat te Zaandijk. Aanvankelijk werden de initiatiefnemers geconfronteerd met grote moeilijkheden, De machines deugden niet; bij gebrek aan stroom of stoom moest de energie met een kolenvuurtje worden opgewekt; en aanvankelijk werd met een (voor de zeepfabricage benodigde) verkeerde soort talk gewerkt, waardoor het produkt niet wilde verzepen. Nadat de problemen waren overwonnen gingen de zaken steeds beter, en reeds in 1926 kon een nieuwe fabriek worden gebouwd aan de Oostzijde te Zaandam; het bedrijf is hier thans (1989) nog steeds gevestigd. De bouw van de nieuwe fabriek werd mede mogelijk door de ondersteuning van de grootste geldschieter van het bedrijfje, J. Snelleman te Koog. G.J. Kok zou oorspronkelijk met ƒ 2000 in de nieuwe fabriek deelnemen maar trok zich terug; de naam Hilko bleef evenwel gehandhaafd.
In 1928 werd Hilko, op aandringen van Snelleman, omgezet in een nv, met als directeuren W.A. Hillebrants en J.A. Snelleman jr. Ofschoon Hilko in deze periode een goede orderportefeuille had opgebouwd (klanten onder andere: De Bijenkorf, Simon de →Wit en Manufacturenhandel Nederland) ontwikkelde het bedrijf zich in de ogen van Snelleman niet snel genoeg. In 1929 verkocht hij zijn aandelen aan Ph. Ramaer te Amsterdam, die in dienst trad van het bedrijf en later directeur werd. Snelleman jr. verliet Hilko.
In 1931 produceerde Hilko inmiddels 414.600 kg zeep (huishoud-, vet- en cocoszeep) en bedroeg de geldomzet ƒ 155.600. In 1934 voegde Albert Heijn (zie: →Ahold) zich bij de afnemers. In 1935 begon Hilko met de produktie van zachte zeep; met Simon de Wit werd de afspraak gemaakt dat de volledige produktie door dit bedrijf zou worden gekocht. Eveneens werd in 1935 na plaatsing van speciale machines voor het eerst vlokkenzeep geleverd. In 1937 werd eau-de-cologne-zeep aan de produkten toegevoegd.
Als eerste toiletzeepfabrikant in Nederland schafte Hilko zich een automatische verpakkingsmachine aan. Ook werd het (tot dan toe gehuurde) kantoorgebouw aan de Oostzijde gekocht.
De Tweede Wereldoorlog maakte een einde aan de periode van groei. De produktie van vlokkenzeep, cocoszeep en zachte zeep moest worden gestaakt. Hilko begon daarna met de fabricage van zeeppasta en later ook Tuchtzeep', waarvan het bedrijf de kunst bij Unilever had mogen afkijken.
Na de oorlog begon een nieuwe groeiperiode. Harde zeep, zachte zeep, zeepvlokken en toiletzeep werden in 1946 reeds weer geproduceerd. Niet lang daarna werd scheerzeep aan het assortiment toegevoegd.
Directeur Ph. Ramaer trad in 1956 uit het bedrijf. Een jaar daarvóór was de zoon van de oprichter, R. Hillebrants, in de directie gekomen; in 1966 werd Sj. Hummel, schoonzoon van de oprichter, adjunct-directeur. In 1972 trad oprichter W.A.
Hillebrants terug uit de directie; hij zou nog tot 1982 als adviseur aan het bedrijf verbonden blijven. Eveneens in 1972 werd de juridische vorm omgezet van nv in bv.
Hilko produceerde in 1985 350 verschillende soorten en modellen zeep. De produktie werd in 1986 door de ingebruikname van een zevende produktielijn aanmerkelijk uitgebreid. De jaarproduktie kwam dat jaar op 50 miljoen stukken zeep. Huishoudzeep werd niet meer gemaakt; het belangrijkste produkt was toiletzeep, gevolgd door shampoo en schuimbad. Zeventig procent van de produktie was voor de Nederlandse markt bestemd; geëxporteerd werd onder andere naar Scandinavië, Israël en Engeland. In 1991 waren bij Hilko 110 personen in dienst; het bedrijf is sinds 1988 onderdeel van het Britse Croda.