Spoorwegtunnel onder het Noordzeekanaal, aangelegd in 1983 en volgende jaren, ter vervanging van de iets meer oostelijk gelegen voormalige ➝ Hembrug. Zie ook: ➝ Spoorwegen.
De Hemtunnel kwam tot stand door samenwerking van het Rijk (Rijkswaterstaat), met de Nederlandse Spoorwegen, Amsterdam en Zaanstad. De aanleg stond niet op zichzelf, maar maakte onder meer verlegging van het spoorweg-tracé en de bouw van nieuwe stations (Zaandam en Sloterdijk) noodzakelijk. De tunnel heeft een lengte van 2400 meter. Deze relatief grote lengte is een gevolg van de geringe helling (2 ½ meter per 100 meter spoorlijn), die risico’s voor het treinverkeer uitsluit. De tunnel is uitgerust met drie sporen; het diepste punt bevindt zich op 23 meter beneden NAP. Voor de aanleg is 1.600.000 kubieke meter grond verzet en 155.000 kubieke meter beton gestort, waarin 13.000 ton betonstaal werd verwerkt.
Zowel voor het treinals het scheepvaartverkeer betekende de aanleg van de Hemtunnel (resp. de sloop van de Hembrug) een grote verbetering. Het treinverkeer in de richting van Amsterdam kan sindsdien weer worden geïntensiveerd en een stipter handhaving van de dienstregeling ging tot de mogelijkheden behoren. Voor Zaanstad betekende de realisatie van een al lang gewenst nieuw station te Zaandam een bijkomend voordeel. De plaatsing van dit station tegenover Gracht (en daarmee via een luchtbrug verbonden) maakte namelijk meer heldere plannen voor stadsvernieuwing in Zaandam-centrum mogelijk.