Pektine en pektine-achtige stoffen zijn stoffen van plantaardige herkomst welke aan de koolhydraten verwant zijn. Vooral in jongen toestand bevatten de wanden der cellen deze stof in groote hoeveelheden. Speciaal wanneer plantendeelen nog niet verhout zijn, vindt men de pektine in de tusschenlamel der cellen. In het vruchtvleesch en ook in de wortels komt ze soms in groote hoeveelheden voor. Sommige vruchtensoorten bevatten 20-30% van de droge stof aan pektine. Het bereiden van vruchtengelei en jam berust voor een belangrijk deel op de aanwezigheid van pektine. Deze pektine wordt door een enzym, pektase geheeten, tot stolling gebracht. Een tweede enzym, de pektinase, kan de tot gelei geworden pektine weer afbreken.
De pektine wordt tegenwoordig technisch gewonnen uit verschillende vruchtensoorten als kruisbessen en bessen, maar voornamelijk uit het fruitafval als schillen van appelen, citroenen en sinaasappelen. Het min of meer zuivere pektine wordt in den handel gebracht voor huishoudelijk gebruik bij de bereiding van jam en gelei. (Opecta, Penjel en Pektosan). Behalve voor de bereiding van jams wordt pektine ook gebruikt als bloedstelpingsmiddel. Het moet dan als oplossing ingespoten worden in het bloedvatenstelsel (Sangostop).
Uit voedingsoogpunt heeft pektine beteekenis vanwege het galacturonzuur.