Encyclopedie voor voeding

dr. ir. P. Schoorl (1938)

Gepubliceerd op 05-12-2022

Champagne

betekenis & definitie

Champagne is een soort wijn genoemd naar de provincie waar ze van oorsprong bereid werd. Zijn schuimende eigenschap dankt de champagne aan de eigenaardige bereidingswijze. De wijn wordt nl. gebotteld onder toevoeging van likeur. De in de likeur aanwezige suiker gaat nu gisten, terwijl de flesch gesloten is. Hierbij ontstaat koolzuur, welke de schuimende eigenschappen aan dezen wijn verleent.

Voordat de champagne wordt gebruikt, moet hij minstens 2-3 jaar blijven liggen. Al naar het gehalte aan onvergiste suiker verdeelt men champagne in „droog" en „zoet”. Champagne bevat ongeveer 10% alkohol. Uitgegiste champagne bevat slechts 0,5% suiker, terwijl het suikergehalte van zoete champagne varieert tusschen 4 en 11%.