Eerste hulp bij wijn begrippenlijst

Harold Hamersma (2005)

Gepubliceerd op 17-05-2017

kamertemperatuur

betekenis & definitie

Hardnekkig misverstand: rode wijn drink je op kamertemperatuur. Maar warm rood slaat dood. Of het moet Glühwein zijn. Het achteretikettendecreet 'serveer deze wijn op kamertemperatuur' is er eentje uit de tijd dat onze woning nog niet centraal werd verwarmd. Want dankzij de zegeningen van de HR-ketel voelen wij ons misschien wel behaaglijk, voor ons glaasje rood is gemiddeld 21 graden te veel van het goede. Dan wordt hij log, sloom en alcoholisch. En dan begint vooral top-rood te verlangen naar vroeger: toen kamertemperatuur een graad of 18 was. Fijne Bordeaux is dan bijvoorbeeld volledig in zijn element. Voor mooie Bourgogne is dat al weer te warm, die voelt zich echt behaaglijk bij 16 graden.

Hoge Rhône, dikke Zinfandel en super Italianen als Barolo en Chianti voelen zich pas prettig als het kwik gezakt is tot 14 graden. Om helemaal een bom onder het kamertemperatuur-credote leggen, zijn er ook rode wijnen waarvoor zelfs 14 graden nog aan de hoge kant is. Bijvoorbeeld Beaujolais, gemaakt van de gamay-druif, die wijn oplevert die stuift van de geuren barst van het fruit. Op zijn lekkerst tussen de 10 en de 12 graden. Dat betekent: anderhalf uur ijskast of vijf minuten Vacuvin-corset en de fles daarna bewaren in een ijsemmer met niette veel ijsblokjes. Let wel 'te koud' is niet lekker. Dan proeft u het fruit niet meer, het zoet verdwijnt en bitterzuur verschijnt. En 'veel te koud' verdooft de smaakpapillen en dan proeft u helemaal niks. (Soms een zegen overigens). Beaujolais is niet de enige die gebaat is bij een koele ontvangst. Ook gamay, pinot noir en cabernet franc uit de Loire laten zich dan van hun beste kant zien. Eveneens voor het predikaat ‘koel rood' komen merlot uit Chili, tempranillo uit Spanje, bonarda uit Argentinië en flink wat Italiaanse druivenrassen in aanmerking. Vaak gaat het hierom jonge, eenvoudige wijnen die geen 'hout' hebben gehad. De tannines van het hout hebben nogal eens de neiging om de baas over het jonge fruit te spelen.