zijn een vorm van niet geconsolideerde staatsschuld. De S. hadden oorspronkelijk een looptijd van ten hoogste 12 maanden, in 1933 verlengd tot 5 jaar.
De uitgifte geschiedt bij inschrijving, terwijl de rente bij aflossing wordt voldaan; bij S. met een looptijd van meer dan 6 maanden tegen aangehechte halfjaarscoupons.Bij schatkistpromessen wordt de rente bij uitgifte, in de vorm van disconto, verrekend.
Op 1 Jan. 1940 waren in omloop:
Schatkistbiljetten ƒ 99.214.000.
Schatkistpromessen ƒ 402.800.000.