Wat is de betekenis van Schatkistbiljetten?

2024-04-25
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Schatkistbiljetten

vaste rentedragende staatsschuldbekentenissen met korte looptijd. Vormen belangrijk onderdeel van de zg. vlottende schuld van de Staat. S. worden niet tegen vaste koers aangeboden, maar ieder kan inschrijven tegen de koers, welke hij wil. Dan wordt koers van toewijzing gepubliceerd. Ieder, die tegen deze of hogere koers heeft ingeschreven, krijgt t...

2024-04-25
Economische encyclopedie

D.C. van der Poel (1940)

Schatkistbiljetten

zijn een vorm van niet geconsolideerde staatsschuld. De S. hadden oorspronkelijk een looptijd van ten hoogste 12 maanden, in 1933 verlengd tot 5 jaar. De uitgifte geschiedt bij inschrijving, terwijl de rente bij aflossing wordt voldaan; bij S. met een looptijd van meer dan 6 maanden tegen aangehechte halfjaarscoupons.Bij schatkistpromessen wordt de...

2024-04-25
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Schatkistbiljetten

d/d regeering uitgegeven schuldbekentenissen, niet langer dan een jaar loopende, om i/d oogenblikkelijke behoefte aan geld te voorzien.

2024-04-25
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Schatkistbiljetten

Schatkistbiljetten - rentedragende staatsobligatiën aan toonder met korten looptijd, welke krachtens de wet van 4 Apr. 1870, Stb. 62, laatstel. gew. 15 Juli 1912, Stb. 240, kunnen worden uitgegeven. De looptijd is ten hoogste 12 maanden, welke echter voor verlenging vatbaar is (artt. 3, 5, 6). Uitgifte heeft plaats in bedragen van ƒ 100 of veelvoud...

2024-04-25
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Schatkistbiljetten

briefjes, waarop de schatkist geld moet betalen.

2024-04-25
Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Schatkistbiljetten

Schatkistbiljetten zijn, evenals muntbiljetten, papieren, die eene zekere geldswaarde vertegenwoordigen en met verlof der Vertegenwoordiging door de regéring worden uitgegeven, om in de geldbehoefte van het oogenblik te voorzien. Dat verlof wordt vooral dan gegeven, wanneer op de begrooting de uitgaven niet voldoende gedekt zijn door de middelen.