Economische encyclopedie

D.C. van der Poel (1940)

Gepubliceerd op 21-01-2020

Beurs

betekenis & definitie

Regelmatig op een bepaalde plaats gehouden markt voor fungibele (binnen hun soort onderling vervangbare) goederen. Hieruit volgt, dat de op de B. verhandelde goederen niet als zoodanig of als monster aanwezig behoeven te zjjn, waardoor de B. zich van markt en veiling onderscheidt, omdat soort en qualiteit op de goederen B. volgens vastgestelde standaardtypen en qualiteiten aan de koopers bekend zijn.

Tevens volgt hieruit ook dat de koopers zich gemakkelijk kunnen laten vertegenwoordigen, m.a.w. hun orders aan makelaars of commissionnairs opdragen.Men onderscheidt in de eerste plaats goederen-B. en effectenB. Op de eerste worden op de voornaamste productie-, stapel-, of handels-centra o.a. granen, koffie, suiker, specerijen, olie en oliezaden, katoen, wol, metalen, petroleum, spiritus, steenkool, enz. verhandeld. Op, of annex, de effecten-B. ook wissels, valuta, leeningen op korte termijn (daggeld en prolongatie Geldmarkt). Ook bestaat een beurs voor vrachten („schippersbeurs” voor de binnenvaart) en verzekeringen. Voor alle ter B. verhandelde goederen en diensten is de B. markt in de zin van uitwisseling van vraag en aanbod en prijsvorming.

Haar economische beteekenis ontleent de B. in hoofdzaak aan de centralisatie van vraag en aanbod, nog versterkt door de internationale onderlinge verbinding der B. door arbitrage waardoor een voor alle prij s-beïnvloedende factoren (oogstberichten, voorraden, schaden, conjunctuur, enz.) gevoelig en egaliseerend apparaat ontstaat, en het tot stand komen van een binnen een zeer ruim gebied geldende en bekende prijs (koers) wordt bevorderd. De B. brengt een voortdurend overzicht over de marktverhoudingen tot stand en maakt onder normale omstandigheden te allen tijde koop zoowel als verkoop met zooveel mogelijke uitschakeling van plaatselijke factoren mogelijk.

De B. biedt door haar aard zoowel plaats aan de handel als aan de speculatie die op de eerste aanvullend of storend kan werken. Ook de termijnhandel ← in goederen en valuta kan zoowel handel als speculatie dienen; de termijnhandel in effecten, in het buitenland veel, in Ned. practisch niet toegepast, is zuiver speculatief. De effecten-B. verschilt economisch in zooverre principiëel van de goederen-B., dat deze laatste slechts een centralisatie en vergemakkelijking van de handel beteekent, zonder de eerste echter zouden de effecten als zoodanig, in hun huidige beteekenis, ondenkbaar zijn. De B. maakt de effecten eerst tot courante waarden, door de mogelijkheid deze te allen tijde te realiseeren, m.a.w., gezien van uit het standpunt van het afzonderlijke subject, kapitaal in geld en geld in kapitaal om te zetten. Daar in werkelijkheid het productieapparaat, dat aan de effecten ten grondslag ligt, een min of meer constante factor is, is deze circulatie van eigendomsrechten slechts mogelijk door onderlinge overdracht, vergemakkelijkt door de medewerking van nog onbelegd kapitaal in de geldvorm, dat door de B. wordt aangetrokken. Ook bij nieuwe investeering vervult de B. een belangrijke functie, daar hier meestal voor het eerst de distributie of her-distributie van groote posten nieuwe effecten door de emitenten of eerste inschrijvers plaats vindt.

Op de B. worden gelimiteerde en ongelimiteerde („Bestens”) orders uitgevoerd. De eerste geven aanleiding tot bied- en laat-koersen, waarvoor resp. koop- en verkooporders onuitgevoerd zijn gebleven. Ongelimiteerde orders worden te Amsterdam voor de actieve fondsen (A-fondsen) waarvoor meer dan één noteering tot stand komt (tape-koersen), uitgevoerd tegen „middenkoers”. Behalve de officieel in de prijscourant van de Vereeniging voor den Effectenhandel opgenomen koersen komen vóór- of vroegbeurskoersen en na-beurs of sociteitskoersen buiten de officiëele beurstijd tot stand. Executies (ingevolge beleening←) worden afzonderlijk gehouden en hiervoor komt een afzonderlijke executiekoers tot stand. Het belang van een zoo groot mogelijke markt, waarop vraag en aanbod in hun volle omvang tot uiting komen, wordt doorkruist door transacties buiten de B., in de eerste plaats doordat de banken door hun concentratie een toenemende mogelijkheid hebben opdrachten ondershands uit te wisselen, in de tweede plaats door het afsluiten van posten buiten de officiëele B. door commissionnairs, tegen de later bekende officiëele koers (coulissehandel), waardoor kosten worden gespaard. Hiertegenover staat het streven naar verplichte uitvoering van alle orders op de B.

Het B.-bestuur regelt de wijze van noteering en beslist over toelating van fondsen tot de Officieels- en voorloopige noteering, waarvoor bepaalde waarborgen en een minimum omvang der uitgifte of, voor buitenlandsche fondsen, in Ned. verhandelde fondsen is gesteld. Niet tot de officiëele noteering toegelaten fondsen worden buiten de beurs of op de vrije beurs (in Parijs „coulisse”, in New-York „Curb” beurs) verhandeld. Een belangrijke factor van de interne organisatie der B. is de arbitrage in geschillen. De effecten-B. te Amsterdam staat onder gezag van de Vereeniging voor den Effectenhandel, die het Reglement voor den Effectenhandel vaststelt, doch is bij de (gewijzigde) Beurswet 1914 onder toezicht gesteld van den Minister van Financiën. Sluiting der B. kan door den Minister worden bepaald en is van zijn toestemming afhankelijk.

De zgn. „Jaarbeurs” en „Arbeidsbeurs” zijn geen B. in de eigenlijke beteekenis. De eerste onderscheidt zich door de aanwezigheid van monsters („Mustermesse”) en een geheel andere prijsbepaling, de tweede door haar bijzonder karakter als bemiddeling en afwezigheid van prijsvorming.

Wet.: W.v.K. art. 59-61; Beurswet 1914 ; Besluit aanwijzing beurs 1929 (bijlagen W.v.K.).

Lit.: G.d.S. V/IV Börsenwesen; W. Prion, Börsenwesen H.d.S.; E. von Schanz, Böraenwesenzie: W.cLV.; R. Lewinsohn u. F. Piek, Sinn und Unsinn der Börse, 1933.