Economische encyclopedie

D.C. van der Poel (1940)

Gepubliceerd op 21-01-2020

Markt

betekenis & definitie

1. is elke boven het incidenteele uitgaande ontmoeting van vraag en aanbod van goederen en diensten: wereld-M., graanM., Kapitaal-M., vrachten-M., arbeids-

M., enz.

Voor de M. produceeren beteekent warenproductie, productie voor de vrije verkoop.

De M. werkt in het gegeven economisch stelsel door uitwisseling van vraag en aanbod prjjsvormend (zie: Prijs). Ook indien op bestelling wordt geleverd, zijn producent en kooper niet van de M. onafhankelijk, daar deze de prijzen in hun volle omvang beïnvloedt. Naarmate de M. breeder is, d.w.z. vraag en aanbod in het algemeen ruim en daardoor veelal min of meer elastisch zijn, zullen de prijzen een grootere stabiliteit vertoonen; naarmate de verschillende M. gemakkelijker met elkaar in verbinding staan zullen de prijsverschillen van een bepaald artikel op de verschillende M. geringer zijn (wereldmarktprijs). De invloed van de statistische positie 4van de belangrijke stapelproducten doet zich in dat geval op alle markten in min of meer gelijke mate gevoelen.

Goederen op de M. werpen beteekent aanbieden, o.a. in de zin van door dit aanbod de prijs beïnvloeden.

2. Plaats waar vraag en aanbod van bepaalde goederen tegenover elkaar worden gesteld, waar verkoopers en koopers elkaar ontmoeten : groenten-M., visch-M., vee-M.., enz., in de open lucht of in speciale markthallen. In vele gevallen hebben de M. door de toenemende ontwikkeling van het winkelbedrijf veel van hun oorspronkelijke beteekenis verloren, in sommige plaatsen zijn zij vooral voor levensmiddelen naast de winkels nog van groote beteekenis. (o.a. Parijs).

Worden de goederen niet zelf aangevoerd, maar volgens bekende typen of al dan niet aanwezige monsters verkocht, dan wordt de M. beurs.

Lit.: F. von Wieser, Theorie der Gesellschaftlichen Wirtschaft, G. d. S. 1/2.